Boekenpraat juli 2020
Buiten is het 30 graden en ik mag deze week onze winkel in het UMCG draaien. Mineke heeft vakantie en zit nu vast lekker met een boek in de zon.
Ik geniet van deze omgeving en dat is natuurlijk best raar. Raar om ‘s ochtends blij naar een ziekenhuis te rijden en met een grote glimlach de auto te parkeren in de ondergrondse parkeergarage. Er zullen niet veel mensen zijn die met datzelfde gevoel een ziekenhuis binnenstappen. Los natuurlijk van de mensen die ook werken in het UMCG. Dat zijn er bij elkaar zo’n 13.000. Ik ga ervan uit dat die mensen ook plezier aan hun werk beleven.
Het zijn bijzondere tijden, ook hier merk je dat. Je ziet op zo’n dag van alles voorbijkomen. Mensen met mondkapjes, mensen met mondkapjes en handschoenen, veel witte jassen, mensen met een infuuspaal, blije mensen omdat ze een goede uitslag kregen, en ook verdrietige mensen omdat zij slecht nieuws hebben gekregen. Aan de overkant van de winkelstraat staat een bankje. Regelmatig strijkt daar iemand neer, meestal bellend. Vertellen over de uitslag, de status van behandeling. Ik luister niet, maar je krijgt er toch wat van mee.
Onze boekhandel daar is dynamisch. We verkopen er, naast boeken, kaarten. Heel veel kaarten. Van de bewering dat er tegenwoordig geen of in ieder geval veel minder kaarten worden verstuurd, is hier helemaal niets te merken.
Deze week werk ik met een zomerrooster, met beperkte openingstijden, omdat mijn vakantie eigenlijk al zou beginnen. Maar ik vind het veel te leuk, dus ben ik er gewoon tot half zes.
Als ik na sluiting de straat uit loop, kijk ik met een schuin oog naar ZUSTER. Nog even en dan kunnen we daar ook weer los. Vanaf 31 augustus gaan die deuren weer open. Heerlijk.