Voorbij het eind van de wereld
de ontdekkingsreis van Jacob le Maire en Cornelisz. Schouten in de jaren 1615-1617
Sinds de oprichting in 1602 bezat de VOC het octrooi op de reeds bekende zeeroutes naar Azië. Hierdoor was het voor anderen verboden buiten VOC-verband om per schip naar Azië te varen. De Amsterdamse koopman Isaac le Maire was met ruzie bij de VOC vertrokken en wilde een eigen route naar Azië vinden. Met deze opdracht vertrokken zijn zoon Jacob le Maire en schipper Willem Cornelisz. Schouten op 14 juni 1615 met de schepen Eendracht en Hoorn van de rede van Texel. Ten zuiden van de Straat van Magellaan vonden Schouten en Le Maire inderdaad een nieuwe route en op 29 januari 1616 voeren ze langs het zuidelijkste punt van het vasteland van Zuid-Amerika, dat Kaap Hoorn werd genoemd. Met de expeditie liep het niet goed af. De Hoorn verging voor de kust van Patagonië en de Eendracht werd na aankomst in Batavia in opdracht van Jan Pietersz. Coen in beslag genomen, samen met de lading. De bemanning werd teruggestuurd naar de Republiek; Jacob le Maire overleed tijdens de terugreis. Isaac le Maire kreeg na lang procederen een gedeeltelijke schadeloosstelling, maar het alleenrecht van de VOC op de routes naar Azië bleef in stand. De reis van Schouten en Le Maire verscheen in 1945 als deel 49 in de reeks Werken van de Linschoten-Vereeniging. 'Voorbij het eind van de wereld. De ontdekkingsreis van Jacob le Maire en Willem Cornelisz. Schouten, 1615-1617' is voorzien van een nieuwe inleiding van de hand van Sjoerd de Meer, conservator bij het Maritiem Museum Rotterdam.
ISBN/EAN | 9789057305238 |
Auteur | Sjoerd de Meer |
Uitgever | Amsterdam University Press |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Gebonden in harde band |
Pagina's | 512 |
Lengte | 251.0 mm |
Breedte | 164.0 mm |