Quantum, de oerknal en God
Toen de jonge Duitse natuurkundige Werner Heisenberg in 1925 ontdekte dat het gedrag van deeltjes op atomair niveau onbepaalbaar is, ontketende hij een wetenschappelijke revolutie die het moderne wereldbeeld op zijn kop zette. Tot het moment van Heisenbergs ontdekking dachten wetenschappers dat alles meetbaar was en leek het een kwestie van tijd voordat de mens de natuur geheel en al zou hebben doorgrond. Met de quantumfysica, waarvoor Heisenberg de grondslag legde, kwam aan dit optimisme een abrupt einde. Er bleek een kloof te gapen tussen onze waarneming en de dynamiek waar alles uit voortkomt. In ‘Quantum, de oerknal en God’ onderneemt Maarten van Buuren een filosofische verkenning van de consequenties van Werner Heisenbergs ontdekking. Dat brengt Van Buuren tot een nieuw inzicht over de oorsprong van de dingen. ‘God is Natuur’ stelde Baruch Spinoza in de 17e eeuw, maar met de opkomst van de moderne natuurkunde in de 18e en 19e eeuw raakte de natuur haar goddelijke status kwijt. Volgens Van Buuren keert God dankzij de quantumfysica terug als alomvattende kiemkracht in de Natuur. Het idee dat alle natuurprocessen gehoorzamen aan de wet van afkoeling en verval moet volgens hem worden herzien. Aan afkoeling en verval gaat een dynamische impuls vooraf waaruit alle dingen ontstaan en die de energie levert voor alles wat groeit en bloeit. ‘Vormkracht’ is de motor van het universum.
ISBN/EAN | 9789047712084 |
Auteur | Maarten Van Buuren |
Uitgever | Lemniscaat B.V., Uitgeverij |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Paperback / gebrocheerd |
Pagina's | |
Lengte | 215.0 mm |
Breedte | 144.0 mm |