Oscar Wilde werd geboren op 16 oktober 1854 in Dublin en overleed op 20 november 1900 in Parijs. Oscar was een bekend schrijver, dichter en estheet. Hij was de jongste zoon van Sir William en Lady Jane Wilde. Zijn moeder was in Ierland bekend als nationalistisch schrijfster. Zij vertaalde ook boeken uit het Frans en Duits. Zijn vader was een vooraanstaand oog-oorchirurg. In Ierland behoorde de familie Wilde tot de protestante bovenlaag. Oscar studeerde klassieke talen aan het Trinity College in Dublin. Daar ontpopte hij zich als een briljant student. Na zijn opleiding te hebben afgerond aan het Trinity College, studeerde hij verder aan de universiteit in Oxford. Ook hier blonk uit om zijn schrijfkunst. Hierna reisde hij naar Italië en Griekenland, beide landen die historisch bekend zijn om hun oude beschavingen. Iets waar de jonge Oscar veel belangstelling voor had. Als student in Oxford kwam hij voor het eerst in aanraking met de esthetische en decadente beweging. Hij werd al snel voorvechter van die beweging, waarin l’art pour l’art centraal stond: kunst zonder bijbedoelingen, kunst hoefde niet nuttig te zijn of een opvoedkundig doel te hebben. Hij gedroeg zich in die periode erg provocerend, liet zijn haar groeien, versierde zijn kamer met pauwenveren en minachtte mannelijke sporten. Oscar Wilde werd vooral bekend als schrijver van toneelstukken. Het eerste toneelstuk dat hij schreef, was Vera on the nihelists. Verder gaf hij in Londen lezingen over esthetische waarden. Algemeen bekend was dat hij op grote voet leefde. Vooral na de dood van zijn vader. Ierse bezittingen die hem werden toegewezen, zorgden voor extra inkomsten. Oscar schreef tevens de operette Patience die ook in Amerika en Canada succesvol werd ontvangen. Driekwart jaar vertoefde hij daarom in Amerika en Canada om daar lezingen te geven. Hij werd zowel geprezen als verguisd. De mensen die hem op handen droegen gaven hem bekendheid. De mensen die hem verafschuwden maakten hem nog bekender. Wilde trouwde in 1884 met Constance Lloyd en kreeg twee zonen, Cyril (1885) en Vyvyan (1886). In de jaren tachtig hield hij zich ook bezig met het schrijven voor tijdschriften en het redigeren daarvan. Zo werkte hij als recensent voor de Pall Mall Gazette in de jaren 1887 tot 1889 en was hij in diezelfde jaren ook redacteur van The Woman's World. Oscar Wilde schreef ook een aantal lange verhalen en publiceerde die samen met kunstkritieken in zijn boek Intentions in 1891. Drie jaar later werd zijn enige roman uitgebracht, The Picture of Dorian Gray. Critici beweerden dat er parallellen waren tussen de hoofdpersoon van het boek en de schrijver. Het is een beklemmend boek, waarin de hoofdpersoon ondanks zijn verdorvenheid en slechte levensstijl: jong, mooi, en gezond blijft, terwijl zijn geschilderde portret, dat hij in zijn kast bewaart, steeds verder verloedert en veroudert. Het boek eindigt met een griezelige ontknoping. Oscar Wilde had in 1881 al een selectie van zijn gedichten gepubliceerd, die in een kleine kring bewondering opriepen. In 1891 verscheen de verhalenbundel The Happy Prince and other stories gevolgd door een tweede bundel sprookjes, ook in 1891, getiteld The House of Pomegranates. Sprookjes overigens, die volgens de schrijver niet bedoeld zijn voor het Britse kind, noch voor het Britse publiek. Alfred Douglas In 1891 ontmoet hij Lord Alfred Douglas, een zoon van de Markies van Queensberry. Beide mannen gaven veel om elkaar en, hoewel Wilde nog getrouwd was, bleef toch hun contact innig. De vader van Douglas wilde deze relatie beëindigen. In 1895 beschuldigde Queensberry Wilde van sodomie, waarop Wilde in verweer ging en een proces wegens smaad begon tegen de markies. De rechtbank stelde Queensberry echter in het gelijk. In het proces kwam er bewijs naar voren dat Wilde grove onzedelijke handelingen had begaan met jonge mannen van lagere afkomst, en, hoewel hij eerst aanklager was, kwam hij nu zelf in de beklaagdenbank terecht. De vervolging heeft niet getracht om het veel zwaarder bestrafte delict sodomie - anaal geslachtsverkeer - ten laste te leggen of te bewijzen. Hoewel Wilde de kans heeft gekregen om naar Frankrijk te vluchten, koos hij ervoor dit niet te doen. Oscar Wilde werd gearresteerd en tot twee jaar gevangenisstraf met dwangarbeid veroordeeld. Zijn vrouw scheidde van hem en nam met haar twee zoons de achternaam "Holland" aan. Gedurende zijn gevangenschap schreef Wilde een lange brief aan zijn dierbare vriend Alfred Douglas. Een brief die echter pas na zijn dood werd gepubliceerd onder de titel De Profundis. Ballingschap en einde Door zijn gevangenschap was zijn gezondheid sterk achteruitgegaan en Oscar bracht de laatste jaren van zijn leven in armoede door in ballingschap in Frankrijk waar hij op 46-jarige leeftijd aan hersenvliesontsteking overleed. Op zijn sterfbed bekeerde Wilde zich tot het katholicisme. Hij had paus Pius IX in 1877 ontmoet en hij beschreef de Katholieke Kerk als een kerk: alleen voor heiligen en zondaars. Voor respectabele mensen was de Anglicaanse kerk geschikter. Tijdens zijn gevangenschap had hij de werken van Augustinus, Dante, kardinaal Newman en de Griekse Bijbel verslonden. Oscar Wilde ligt begraven op het kerkhof Père-Lachaise in Parijs. Het grafmonument is gemaakt door de Britse beeldhouwer Jacob Epstein. De gelukkige Prins en andere verhalen Sprookjes met een boodschap: handreikingen om een beter mens te worden. De Gelukkige Prins Het standbeeld van De Gelukkige Prins ziet het leed der armen om zich heen. Helaas, hij kan als standbeeld die mensen niet meer helpen. Als hij kennis maakt met een zwaluw, vraagt hij dit vogeltje om hem te helpen De kleine vogel weigert in het begin om mee te werken, maar laat zich tenslotte toch overhalen. Al bij de eerste opdracht ervaart de zwaluw wat een heerlijk gevoel het iemand geeft als je het leed en de armoe van je medemens verzacht. Een verhaal met boodschap: Heb uw naaste lief, meer dan uw zelve!!! De Nachtegaal en de roos Onbaatzuchtig en moedig weet een nachtegaal een roos te bemachtigen voor een student. Deze heeft die roos nodig om zijn geliefde voor zich te winnen. Maar, slaagt het plan? Een prachtig verhaal, vooral de sterfscene is in prachtige bewoordingen op papier gezet. Een tranentrekker voor gevoelige zielen. De Egoïstische Reus Het verhaal van een reus die in een kasteel woont met daar omheen een prachtige tuin. Hij wil niet dat er kinderen in zijn tuin spelen. Om die reden wordt hij gestraft door de natuur en komt tot inzicht. Hij wordt zelfs een kindervriend. Ontroerend is de passage waarin hij een jongetje dat te klein is om de boomtakken te pakken in een boom zet. Hij gaat vanaf dat moment van dit kind houden, maar ziet helaas het kind na zijn daad niet meer terug. Pas vele jaren later ziet hij hem nog een keer. De oplettende lezers zal het kind herkennen. Hij is niet wie hij lijkt. De toegewijde vriend Pas op voor vrienden die geen echte vrienden zijn, is de boodschap van dit verhaal. Hans, een man met de mooiste tuin in de wijde omgeving heeft een vriend die molenaar is. De molenaar is zeer egoïstisch en weet Hans telkens weer werkjes te laten opknappen, waar hij geen zin in heeft en Hans eigenlijk ook niet. De molenaar is echter een vleier en gaat van het standpunt uit dat echte vrienden alles voor elkaar over moeten hebben. Hans is blij dat de molenaar, een man met aanzien, zijn vriend wil zijn. Wat Hans niet inziet is dat de molenaar eigenlijk niets voor hem over heeft. Uiteindelijk loopt deze vriendschap fataal af voor Hans. De arrogante vuurpijl Een prins en een prinses gaan trouwen. Het huwelijksfeest zal eindigen met een groot vuurwerk. Tijdens het feest praten de vuurpijlen met elkaar en zien er naar uit straks de gasten te vermaken. Onder hen bevindt zich een grote vuurpijl die opschept over zijn familieleden, allemaal vuurpijlen na hun ontsteking wereldnieuws werden door hun schone verschijning aan de nachtelijke hemel. Hij daarom zal straks ook de show stelen. Het andere vuurwerk vindt hem een aansteller en geeft kritiek. De vuurpijl kan echter niet tegen kritiek en is al snel zo gekwetst dat hij gaat huilen. Daardoor wordt hij nat en zijn lont kan niet meer worden aangestoken. De volgende dag wordt hij door de opruimers over de schutting gegooid en blijft hij liggen aan de rand van een sloot. Daar komt hij met allerlei dieren in aanraking die hem ook maar een rare snuiter vinden. Uiteindelijk eindigt zijn bestaan roemloos. Het Spook van Canterville In het verhaal “Het Spook van Canterville” laat de veelzijdige schrijver ons kennis maken met een minder bekende kant van zijn talent, namelijk humoristisch schrijven. Het verhaal is zeer geestig geschreven en eindigt deze keer niet met een moraal, maar met een happy end. Verbazingwekkend is de overeenkomst in humor met een van de beste Nederlandse schrijvers ooit, Godfried Bomans. Bomans, die in 1971 overleed, was een fervent Anglofiel en zei ooit: ‘Sommige mensen hebben twee vaderlanden, het land waarin ze worden geboren en het land waarin in ze zich thuis voelen. Ik ben geboren in Nederland, maar ben weer thuisgekomen als ik in Engeland vertoef. Groot Brittannië hadden Wilde en Bomans gemeen. Korte inhoud De heer Hiram B. Otsis, een Amerikaans gezant, kocht Canterville Chase, een kasteel waar het spookte. Iedereen in de wijde omtrek wist dat en raadde hem af het kasteel te kopen. Ook lord Canterville, de verkoper, vond het zijn plicht hem te vertellen, dat er sinds 1584 regelmatig een spook rondwaart in het kasteel en in de omgeving ervan. Dit maakt echter geen indruk op de heer Otis, de koop wordt gesloten, en de heer Otis betrekt met vrouw en kinderen het kasteel. Al de eerste avond valt het de familie op dat er rode plek voor de schoorsteenmantel te zien is. Volgens de huishoudster in het een bloedvlek, die altijd weer opnieuw verschijnt als die wordt schoongemaakt. Onzin vindt heer Otis en met een goed Amerikaans schoonmaakmiddel, weet hij naar tevredenheid de vlek te verwijderen. Alleen verschijnt die de volgende dag weer, maar dan in een andere kleur. Nachtenlang slaapt de familie rustig, maar dan wordt op een nacht de rust verstoord door angstaanjagend gekreun en het rammelen van kettingen vlak voor de slaapkamerdeur van de ouders. Geïrriteerd verlaat de heer des huizes zijn bed om te kijken wat er aan de hand is. Als hij de slaapkamerdeur opendoet, ziet hij de verschrikkelijke geestesverschijning van een oude man met roodgloeiende ogen. Aan zijn polsen en enkels hangen roestige ketenen. Otis reageert als volgt: ‘Mijn waarde heer,’ sprak de heer Otis, ‘ik moet u beleefd doch dringend verzoeken uw ketenen te oliën en voor dit doel heb ik hier een flesje Tammany’s Rijzende Zon Smeermiddel meegebracht.’ Daarna gaat hij weer naar zijn bed om verder te slapen, het spook gedesillusioneerd achterlatend. Nog vele keren probeert het spook de familie de stuipen op het lijf te jagen, maar tevergeefs. Integendeel hij wordt niet serieus genomen en zelf gepest. Vooral de tweeling, ondeugende knullen, treiteren hem keer op keer. Ze schieten propjes naar hem, hoe vernederend, en smeren boter op de overloop waarover hij telkens uitglijdt. Het spook wordt hier erg depressief van. Drie eeuwen lang heeft hij in zijn leven na zijn leven furore gemaakt door mensen de stuipen op het lijf te jagen met zijn geestesverschijningen, die er niet om logen. Echter de familie die nu zijn spookdomein hebben betreden is spook-immuun. Gelukkig zorgt de dochter van de familie ervoor dat alles nog goed komt met het spook. De Profundis De Profundis, dat uit de diepten betekent, is een lange brief die Oscar, na zijn veroordeling, in de gevangenis schreef aan zijn vriend Lord Alfred Douglas. Profundis is een ontroerend verhaal van een man, Oscar Wilde, die alles bezat en alles verloor. Het is het verhaal van een innerlijke strijd, die hij voert tijdens zijn twee jaar durende gevangenschap. In het eerste jaar is hij verward en zeer depressief. Iedere dag wil hij zelfmoord plegen. Voorheen leefde hij als een dandy en eigenlijk had hij nooit tegenslag of verdriet gekend. Hij leefde met het doel alles uit het leven te halen wat er uit te halen viel en dat lukte hem prima. Dan zijn er die beschuldigingen. Veel aanklachten die tegen hem zijn ingediend waren onterecht, vindt hij zelf. Hij biecht in zijn brief niet op wat hij tijdens zijn leven gedaan zou hebben dat volgens de wet strafbaar is. Het enige in zijn leven dat hij als zondig beschouwd is zijn decadente levenshouding: leven in luxe. Daarnaast had hij veel kritiek, misschien te veel, op de maatschappij, kleinburgerlijkheid en blinde geldzucht. In het eerste jaar van zijn gevangenschap is zit hij vol haatgevoelens tegen gerecht en de maatschappij. Na drie maanden gevangenschap overlijdt zijn moeder waar hij zielsveel van hield en korte tijd later worden zijn kinderen hem ontnomen. Nooit zal hij ze meer zien. Naast zijn bezittingen en zijn aanzien is hij nu ook iedereen kwijt, die hij zo lief had. In het tweede jaar van zijn gevangenschap vindt er een verandering in hem plaats. Hij beseft dat wrok hem niet hielp. Hij heeft in de tussentijd veel gelezen, onder meer de werken van Dante en de bijbel in het Grieks. Vooral dit laatste geeft hem inzicht. Hij geeft aan dat de Griekse bijbel veel minder is verminkt door vertalingen en dat heeft hij ervaren als een verademing. Ook vermeldt hij herhaaldelijk spijt te hebben van zijn decadente levensstijl. Vooral de figuur van Jezus spreekt hem aan. Die ziet rijkdom als een last. Ooit vroeg een rijke hem hoe hij een beter mens kon worden. Jezus adviseerde hem: Verkoop uw bezit en geef het geld aan armen! Oscar ziet nu zijn armoe als een pluspunt. Hierdoor kan hij beter in contact komen met zijn ziel, de essentie van het bestaan. Hij is vol optimisme en neem zich voor een nieuw, beter leven, te leiden als hij weer vrij is. Profundis is zo fascinerend om lezen omdat het ons een blik gunt in de zielenroerselen van een van de grootste schrijvers ter wereld. In 1905, 5 jaar na zijn dood, werd deze brief gepubliceerd. Waarschijnlijk is publicatie hiervan nooit de bedoeling geweest van Oscar. Het was een brief die hij schreef aan zijn beste vriend Lord Alfred Douglas. Beide mannen waren dol op elkaar. Waarschijnlijk waren ze ook minnaars, daar is echter geen zekerheid over. In Profundis wordt geen woord gerept over zijn verlangen naar Alfred.