Onze wederzijdse vriend
Charles Dickens (1812-1870) is één van de belangrijkste Engelse schrijvers tijdens het Victoriaanse tijdperk. Hij is begraven in Westminster Abbey, Londen.
Lees verder
Specificaties
ISBN/EAN | 9789031505784 |
Auteur | Charles Dickens |
Uitgever | Meulenhoff Boekerij B.V. |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Paperback / gebrocheerd |
Pagina's | |
Lengte | 181.0 mm |
Breedte | 108.0 mm |
Zonder aanwijsbare reden is John Rokesmith door Boffin smadelijk weggejaagd. Bella Wilfer, die hem niet zetten kon, voelt de onrechtvaardigheid hiervan, kiest zijn partij en verlaat uiteindelijk het gastvrije huis. Trouwens met de Boffins gaat het niet goed, er zijn nachtelijke graafpartijen tussen de vuilnishopen, Silas Wegg koestert zwarte plannen om zijn letterlievende weldoener de das om te doen, bijgestaan door de zonderlinge meneer Venus, die een vreemdsoortig bedrijf in geraamten en opgezette dieren het zijne noemt. Uit de kille deftigheid der Podsnaps worden, als kinderen uit de hemel, twee veelbelovende toonaangevers buitengesloten, die nu geheel zijn aangewezen op het gezelschap dat zij in minder veeleisende kringen kunnen vinden, o.a. de Boffins. In een laat berouw over de Jood Fagin uit Olivier Twist voert de schrijver nu een aangenamer vertegenwoordiger van hetzelfde ras ten tonele, en een vreemd kabouterachtig wezentje dat poppenkleren maakt. Deze juffrouw Wren wordt verteerd dooreen stille liefde voor Eugene Wrayburn, doch diens hart is al door een ander bezet, nl. Lizzie Hexam, de dochter van de lijkenrover die reeds eerder in dit boek een rol speelde. Terwijl John Rokesmith en Bella Wilfer hun bruiloft in stilte vieren, bereidt Rotte Riderhood in het geniep een aanslag voor op Wrayburn, hij vindt een willig instrument, dat echter op het beslissende ogenblik faalt. Er falen trouwens nog meer slinkse plannen, o.a. dat van Silas Wegg, die wij het laatst zien, weghobbelend in (niet op) een vuilniskar. Tenslotte komt de zoon van de Gouden Vuilnisman opdagen om bezit te nemen van zijn erfdeel, en hij blijkt iemand te zijn met wie wij in de loop van het verhaal al dikwijls en tot onze volle tevredenheid hebben kennis gemaakt.