Morfologie
de woordstructuur van het Nederlands
Wat zijn precies de mogelijkheden voor nieuwe woorden in het Nederlands, en welke typen woordstructuur zijn er? En waarom zijn er veel meer woorden dan in Van Dale staan? Hoeveel woorden kent een spreker van het Nederlands? Waarom zeggen kinderen flatten in plaats van flats? Waarom hebben we wel een woord onnozel, maar geen woord nozel? Is de spelling pannenkoek beter dan pannekoek? Waarom maakt zelfs koningin Máxima fouten van het type een leuke meisje? Waarom kun je zeggen Dat is niet des vrouws, hoewel vrouw geen mannelijk woord is? Deze en veel andere vragen over woorden komen aan de orde in de nieuwste editie van dit standaardwerk over de morfologie van het Nederlands. De woordenschat speelt een centrale rol in het gebruik van taal. Daarom is inzicht in de structuur van de woordenschat van het Nederlands onmisbaar om te begrijpen hoe onze moedertaal werkt. Woorden vormen een complex netwerk van informatie, dat deel is van onze kennis van het Nederlands, en in dit boek wordt de structuur van dit netwerk uitgelegd. Centraal daarbij staan de structuur van woorden, hun onderlinge relaties, en de manieren waarop de woordenschat kan worden uitgebreid. Deze volledig herziene editie is ook een wegwijzer naar de vakliteratuur, biedt onderwerpen en literatuur aan voor werkstukken, en bevat veel oefenvragen. De gepresenteerde analyses weerspiegelen recente inzichten over de structuur van lexicale kennis in de theoretische taalwetenschap.
ISBN/EAN | 9789048537303 |
Auteur | Geert Booij |
Uitgever | Amsterdam University Press |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | EA |
Pagina's | 387 |
Lengte | |
Breedte |