Mijn naam is Martie
Lotgevallen van enkele Nijmeegse weeskinderen in de jaren 1940-1953
In september 1946 nemen de weeshuisouders Jan en Willy van der Werf de anderhalf jaar oude Martie Eimberts, samen met haar vier zusjes Neeltje, Woutje, Jeanne en Leida, op in het protestants weeshuis aan de Begijnenstraat in Nijmegen. Voor het echtpaar Van der Werf is de opname van de vijf zusjes Eimberts een heuse opgave – de Eimbertjes zijn beslist geen doorsnee-kinderen. Maar ook voor de zusjes zelf is het geen gemakkelijke overgang. Ze zijn verdrietig, missen hun eigen ouders, en moeten van de ene op de andere dag tegen mensen die ze nooit eerder hebben ontmoet vader en moeder zeggen. Bovendien gaat het er in het weeshuis strenger aan toe dan ze van huis uit gewend zijn. Toch wordt het protestants weeshuis een echt thuis voor de zusjes. Na de sluiting van het weeshuis in 1953 blijven de kinderen Eimberts en vader en moeder Van der Werf contact houden met elkaar. De herinneringen van de zusjes aan hun weeshuis staan in schril contrast tot de herinneringen van weeskinderen die in dezelfde periode in het katholiek weeshuis aan de Doddendaal hebben gewoond. Mijn naam is Martie bestaat uit twee verhaallijnen. In de ene lijn komt Martie Eimberts zelf aan het woord. In de andere verhaallijn worden de herinneringen van Martie in de context geplaatst van de geschiedenis van de twee Nijmeegse weeshuizen, die teruggaat tot 1560, het jaar waarin de stad Nijmegen haar eerste weeshuis kreeg. Dit had zijn bestaan te danken aan Stijn Buys, een eenvoudige weduwe met een gulden hart.
ISBN/EAN | 9789056255275 |
Auteur | Brigitte Weusten |
Uitgever | Valkhof Pers |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Paperback / gebrocheerd |
Pagina's | 96 |
Lengte | 225.0 mm |
Breedte | 200.0 mm |