Mater semper certa est? een onderzoek naar de rechtspositie van de meemoeder
In deze scriptie onderzocht de auteur de rechtspositie van de meemoeder. Een relatie die ingrijpend zal veranderen indien het wetsvoorstel inzake lesbisch ouderschap in werking treedt. De directe aanleiding is de vraag van de rechtbank 's-Hertogenbosch, afdeling Familie- en Jeugdrecht, naar meer informatie over deze toekomstige wijziging van het afstammingsrecht. In het rapport staat de volgende vraag centraal: In hoeverre verandert de rechtspositie van de meemoeder op grond van het wetsvoorstel inzake lesbisch ouderschap en wat zijn de rechtsgevolgen hiervan voor het afstammingsrecht en de daaraan gerelateerde rechten en beginselen, de praktische gevolgen voor het verkrijgen van juridisch ouderschap door de meemoeder en de concrete gevolgen voor de werklast van de rechtbank? Naar aanleiding van de bevindingen ten aanzien van het wetsvoorstel inzake lesbisch ouderschap wordt geconcludeerd dat de wetgever het wenselijk vindt dat het juridisch ouderschap van de meemoeder zonder rechterlijke tussenkomst tot stand kan komen. Geconcludeerd wordt dat de gevolgen van het wetsvoorstel voor het afstammingsrecht ingrijpend zijn, omdat naast de biologische grondslag de sociale grondslag wordt geïntroduceerd. Gebleken is dat ook de praktische gevolgen van het wetsvoorstel groot zijn, aangezien de meemoeder naar nieuw recht veel tijd en geld zal besparen om juridisch ouderschap te verkrijgen. Door critici worden enige kanttekeningen bij het wetsvoorstel geplaatst die de verbetering van de rechtspositie van de meemoeder nuanceren. Hieruit blijkt ook dat de wetgever het belang van het kind niet in alle gevallen laat prevaleren en dat de wetswijziging zorgt voor een onwenselijke werklastverzwaring voor de rechtbanken. Dit laatste, omdat de wetgever zijn standpunt over de afweging van belangen van alle betrokken partijen niet uitputtend heeft uitgekristalliseerd in de MvT en de rechter de wet verder zal moeten invullen. Aan de rechtbank wordt aanbevolen om het wetsvoorstel te bespreken in landelijke overleggen en vakgroepoverleggen. Op deze manier kunnen de criteria waaraan rechters moeten toetsen worden afgestemd, zodat de rechtseenheid en rechtszekerheid worden gewaarborgd. Tot slot worden aanbevelingen gedaan aan de wetgever en homo-wensouders, aangezien de inhoud van het rapport ook deze twee doelgroepen raakt. Aan de wetgever wordt geadviseerd om nader onderzoek in te stellen en de aanbevelingen van de critici nogmaals in overweging te nemen. Aan de homo-wensouders wordt aanbevolen om altijd een donorintentieverklaring op te stellen. De JHS-Scriptieprijs wordt jaarlijks door de Juridische Hogeschool Avans-Fontys uitgereikt aan de schrijver van de scriptie die door een deskundige jury als beste van de genomineerde scripties in het voorafgaande kalenderjaar wordt beoordeeld. De JHS wil met de uitreiking van deze prijs een stimulans geven aan studenten van de JHS om te kunnen excelleren op het terrein van het recht. De tweede scriptieprijs werd uitgereikt op 14 maart 2013 aan Ilse Ultee.
ISBN/EAN | 9789462401211 |
Auteur | Ilse Ultee |
Uitgever | Wolf Legal Publishers |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Paperback / gebrocheerd |
Pagina's | 138 |
Lengte | 240.0 mm |
Breedte | 160.0 mm |