JHG

Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie geeft in vijftig artikelen de grondrechten die gelden in de Europese Unie ten aanzien van waardigheid, vrijheid, solidariteit, gelijkheid, burgerschap en rechtspleging. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 is het EU-Handvest juridisch bindend. Dit betekent dat dit uit 2000 stammende handvest sinds die datum méér is dan alleen een hulpmiddel bij de interpretatie van het Unierecht: het EU-Handvest is juridisch bindend voor de instellingen van de EU en voor de lidstaten, mits zij het Unierecht ten uitvoer brengen. Deze nieuwe status van het Handvest heeft vele vragen opgeworpen, zoals de vraag of de rechten van het Handvest ook tegen de nationale overheid kunnen worden ingeroepen en hoe deze rechten zich verhouden tot de rechten in andere mensenrechtenverdragen zoals het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). In 2007 is een Toelichting bij het EU-Handvest gepubliceerd met aanwijzingen voor de uitleg van het Handvest. De tekst van het Handvest en deze Toelichting geven echter vanzelfsprekend niet alle antwoorden. Uiteindelijk is het vooral aan de rechter om het EU-Handvest uit te leggen: niet alleen het Hof van Justitie EU, maar ook de nationale rechter heeft in toenemende mate met het Handvest van doen. De bundel wil een handvat bieden aan de jurist in de academie en de praktijk. De Selecties bevatten (in retrospectief) geannoteerde rechterlijke uitspraken van na 1 december 2009 waarin het Handvest aan de orde komt, verspreid over verschillende rechtsgebieden, waaronder het constitutioneel recht, het douanerecht, het familierecht, het gelijke behandelingsrecht, het mededingingsrecht, het strafrecht, het vreemdelingenrecht en andere delen van het bestuursrecht.