Ik loop rond Abcoude en neem mee

Jean-Jacques Rousseau analyseerde zijn eenzaamheid en ongeluk terwijl hij liep. Volgens Friedrich Nietzsche was geen enkele gedachte de moeite waard die niet onder het lopen tot stand is gekomen. Talloze schrijvers en denkers hebben zich over het belang van het lopen uitgelaten. Er zijn duizenden redenen om een wandeling te maken. De ene wandelaar hervindt de harmonie met de natuur, de ander vergeet zijn zorgen. Je kunt het gevecht met de elementen aangaan en records breken, maar je kunt ook het volmaakte ritme voor een lang gedicht ontdekken. In Ik loop rond Abcoude en neem mee maakt Esther Bakker een wandeling rond het dorp Abcoude in krap drie uur, met koffie halverwege.Terwijl zij loopt, registreert zij per meter, per voetstap wat ze ziet en wat er in haar lichaam gebeurt. Al lopend brengt zij het wandelen in kaart. Van de mensen in de Middeleeuwen die te voet gingen bij gebrek aan beter, de wandelende dichters uit de romantiek tot aan vrijgezelle leraren Latijn met rode wandelsokken die de Zwitserse bergen in trekken. Tegenwoordig lopen miljoenen mensen. Ze vliegen naar Peru om af te zien in de Andes, ze boeken een luxe trektocht in Toscane of beperken zich tot stukjes van het Pieterpad. Esther Bakker beschrijft de wereld van de moderne loper: hoeveel kilometers moet je maken om serieus te worden genomen en wat is het geheim van een ademende jas? 'Ik loop rond Abcoude en ik neem mee. De zon schijnt en het regent. Zo gaat het verhaal.'