Hitlers eerste slachtoffers
hoe de Holocaust begon en door één man bijna voorkomen werd
Timothy W. Ryback schrijft al meer dan drie decennia over geschiedenis en politiek. Hij is de auteur van Hitlers privébibliotheek , dat door The Washington Post werd uitgeroepen tot een van de 'beste boeken van het jaar'. Zijn The Last Survivor werd door The New York Times uitgelicht als een 'Notable Book'. Hij is de medeoprichter en directeur van het Institute for Historical Justice and Reconciliation, gevestigd in Den Haag.
Lees verder
Specificaties
ISBN/EAN | 9789048824311 |
Auteur | Timothy W. Ryback |
Uitgever | Overamstel Uitgevers |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | E-Book |
Pagina's | 320 |
Op 13 april 1933, om negen uur in de ochtend, krijgt de Münchener openbare aanklager, Jozef Hartinger, een telefoontje uit het kort daarvoor in gebruik genomen concentratiekamp Dachau. Vier gevangenen blijken te zijn neergeschoten. Op de vlucht, beweren de bewakers. Maar wat Hartinger aantreft - een met prikkeldraad afgezette kale vlakte, vier lijken gedumpt in een munitiehok, precisieschoten in het achterhoofd, alle vier joden - overtuigt hem ervan dat hier iets gruwelijks aan de hand is. Dit verbijsterende boek laat tot in de kleinste dramatische details - plaatsen, tijdstippen, mensen en gebeurtenissen - zien hoe de Holocaust begon, en hoe die bijna gestopt werd. Dit is het verhaal van de eerste vier slachtoffers van de Holocaust - Rudolf Benario, Ernst Goldmann, Arthur Kahn en Edwin Kahn - en van de man die alles deed om hun SS-moordenaars te ontmaskeren. Hitlers eerste slachtoffers bevat de minutieuze reconstructie van zes dramatische weken in 1933: het waargebeurde verhaal van een Duitse openbare aanklager, Jozef Hartinger, die in een gevecht tegen de tijd kampcommandant Wäckerle en het nazisysteem daarachter voor de rechter probeert te brengen. Het is in alle opzichten een ongelijke strijd. Adolf Hitler is rijkskanselier, Heinrich Himmler is hoofd van de politie, Wäckerle is commandant van het kamp Dachau en zijn 120 bewakers. En Hartinger heeft niet meer wapens dan zijn moed, zijn vindingrijkheid en een juridische procedure die nog uit de Bismarcktijd dateert. Alle drie zet hij in voor wat zijn ultieme aanklacht tegen het kwaad moet worden - de aanklacht die bijna slaagt. Net als Oskar Schindler en Raoul Wallenberg laat Jozef Hartinger zien wat individuele moed en vasthoudendheid betekenen in een tijd van collectief menselijk falen en wat de blijvende kracht en waarde van recht en rechtvaardigheid zijn. Een week nadat er de eerste vier moorden waren gepleegd, bezocht een verslaggever van The New York Times het kamp Dachau en interviewde hij de SS-commandant die hij beschreef als een rustige, beschaafde jongeman met blauwe ogen. Twaalf jaar later behoorden de moorden in Dachau uit 1933 tot het cruciale bewijsmateriaal in Neurenberg - en kreeg Jozef Hartinger in zeker opzicht alsnog zijn proces. 'Meeslepend geschreven, diepgravend onderzocht, fascinerend.' - Ian Kershaw