Handboek kwaliteitsborging voor het bouwen
Heldere rolverdeling, hogere bouwkwaliteit
Gert-Jan van Leeuwen werkte als architect en in de Rotterdamse stadsvernieuwing. In 1994-98 was hij hoofd toezicht ontwikkelingsprojecten Antillen, in 1999 werd hij hoofd Bouw- en Woningtoezicht in Delft en in 2005 directeur Vereniging Bouw- & Woningtoezicht Nederland. Daarnaast was hij van 2009 tot 2013 betrokken bij de BRL 5019 (gecertificeerde bouwplantoets). Namens de VBWTN was hij in 2013 met Frans Fijen† penvoerder van het Visiedocument private kwaliteitsborging. In 2013 startten Harry Nieman, Hajé van Egmond en hij het Instituut voor Bouwkwaliteit. Verder was hij o.a. docent en sinds 2006 redactielid van het tijdschrift Bouwkwaliteit in de praktijk.
Lees verder
Specificaties
ISBN/EAN | 9789492952844 |
Auteur | Gert-Jan van Leeuwen |
Uitgever | Berghauser Pont Publishing |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Paperback / gebrocheerd |
Pagina's | 524 |
Lengte | 241.0 mm |
Breedte | 170.0 mm |
Handboek Kwaliteitsborging voor het bouwen legt de praktische gevolgen uit van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Deze tweede geheel herziene editie is verschenen nadat ook het bij de Wkb behorende Besluit en Regeling zijn vastgesteld en deze wet in april 2022 gedeeltelijk in werking trad. De inwerkingtreding van de Wkb samen met de Omgevingswet komt eraan. Nu de spelregels vaststaan en het speelveld is bepaald – voor de Wkb vooralsnog alleen relatief eenvoudige bouwwerken in gevolgklasse 1 – geeft dit boek voor allen die een rol spelen binnen dit veld houvast over wat er van hen wordt verwacht, en over hoe het samenspel met anderen gestalte krijgt. De publiekrechtelijke kant van de Wkb staat centraal, maar deze hangt samen met wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek, die overigens gelden voor alle bouwwerken. De rollen worden beschreven aan de hand van een ‘traditioneel’ bouwproces. De voornaamste rollen zijn: initiatiefnemer van een bouwwerk, kwaliteitsborger, bouwer, bevoegd gezag, de instrumentaanbieder en de toelatingsorganisatie. Wat betekent de Wkb voor de bouwconsument? En voor architecten en andere adviseurs, onderaannemers, toeleveranciers en zelfs de bestuursrechter? Wat moeten doen zij (of laten) in hun gewijzigde rol? Wat is eigenlijk ‘kwaliteit’? Hoe is de samenhang tussen Wkb en Omgevingswet? Wat zijn de mogelijke gevolgen voor monumenten? Hoe wordt bouw- en sloopveiligheid geregeld? De bijlagen bevatten naast de letterlijke teksten van wet- en regelgeving informatie over de risicobeoordeling als sturingsmiddel en over het consumentendossier. Het boek is relevant voor iedereen die te maken heeft met een of meer van de genoemde rollen. Bij het bevoegd gezag gaat het vooral om planbeoordelaars, toezichthouders en handhavers. Eigenlijk ook hun bestuurders, die soms lijken te denken dat bouwtoezicht gaat verdwijnen. Klopt dat of is het een misvatting? Veel antwoorden zijn in dit boek te vinden.