Diep onder Zee
De geschiedenis van de onderzeeboot
Aan het eind van 1869 publiceert Jules Verne (1828-1905), de grote ziener, het boek Twintig duizend mijlen onder zee dat hem onsterfelijk zal maken. Met dit werk bewijst Verne eens te meer dat uitvindingen waarvan iedereen denkt dat deze onuitvoerbaar zijn later toch realiseerbaar blijken te zijn. Dankzij de Nautilus bereikt de onderzeeboot haar status van onaantastbaarheid. In Diep onder zee wordt de ontwikkeling van het onderwaterschip gevolgd vanaf het moment waarop Alexander de Grote (356-323 v. Chr.) zich in de Perzische Golf in een glazen ton onder water laat zakken, waarna vindingen en innovaties van onder andere Leonardo da Vinci (1452-1519), Jan Adriaansz. Leeghwater (1575-1650), Cornelis Jacobsz. Drebbel (1572-1633), Giovanni Alfonso Borelli (1608-1679), David Bushnell (1742-124), Robert Fulton (1765-1815), Horace Lawson Hunley (1823-1863), Gustave Zédé (1825-1891), Claude Désiré Goubet (1838-1914), John Philip Holland (1841-1914) en Simon Lake (1866-1945) volgen. Eindpunt van dit boek ligt in 1906. Vanaf dat jaar start de periode waarin het persoonlijke initiatief plaats maakt voor fabrieksmatige bouw van onderzeeboten als uitvloeisel van een steeds meer technisch-wetenschappelijke benadering. De onderzeeboot, duikend en stijgend volgens de wet van Archimedes van Syracuse (287-212 v. Chr.) is een onder water varend zeemonster die haar aantrekkingskracht nimmer zal verliezen en een rijke schare van trouwe fans kent. Vreemd genoeg is de beschrijving van haar ontstaansgeschiedenis in publicaties steeds incompleet gebleven. Diep onder zee maakt aan die incompleetheid een einde en mag alleen al daarom in geen enkele maritieme bibliotheek ontbreken.
ISBN/EAN | 9789464245141 |
Auteur | Graddy Boven |
Uitgever | Aspekt B.V., Uitgeverij |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | EA |
Pagina's | 162 |
Lengte | |
Breedte |