De schrijver en zijn vrouw

Clemens en Sonja Poortmand besluiten het hectische leven in de stad te ontvluchten naar een landelijk en kindvriendelijk dorp. Sonja is een echte carrièrevrouw; Clemens blijft thuis als huisvader. Maar hij droomt ook van een doorbraak als schrijver. Het jonge gezin raakt snel ingeburgerd in het dorp, maar dan duiken de eerste roddels op. In eerste instantie nemen ze die niet serieus, tot de dag dat Clemens wordt opgepakt op verdenking van kindermisbruik. Hij ontkent in alle toonaarden. Sonja twijfelt echter. Toch besluit ze vierkant achter haar man te gaan staan, al klinkt dat veel eenvoudiger dan het is. Greetje van den Berg schrijft in dit boek over een maatschappelijk thema dat iedereen bezighoudt, maar waar niemand meer in aanraking hoop te komen. Ze doet dat met zo veel overtuigingskracht dat 'zwart' en 'wit, 'goed' en 'fout' nooit meer vanzelfsprekend zullen zijn.