De rebelse prins

"De rebelse prins" is het derde deel van de Moorehawke-trilogie. De romanreeks, die zich afspeelt in een veertiende-eeuws Europa, is een opmerkelijke combinatie van hoofse intriges, avontuur en romantiek. Pratende katten en verschijnende en verdwijnende geesten vervolmaken het verhaal tot een fascinerende historische fantasie. De koningszonen Razi en Alberon zijn na jaren van oorlog weer met elkaar verenigd. Het duurt echter niet lang tot ze, door hun verschillende karakters, met elkaar in conflict komen. Alberon wil het koninkrijk beschermen met macht en kracht, terwijl Razi kiest voor diplomatie en rede. Wynter Moorehawke is beschermvrouwe van het koninkrijk en adviseur van Alberon. Hoewel ze het niet eens is met zijn gewelddadige ideeÎn, is ze genoodzaakt Alberons kant te kiezen. Maar dan blijkt Alberon steun te krijgen van de Loups-Garous, de beruchte wolven. Hoe kan Wynter de rechterhand van Alberon blijven als hij samenwerkt met de stam die het leven van Christopher, haar grote liefde, in een hel veranderde? In de drie delen van de Moorehawke-trilogie is Wynter gegroeid van een afhankelijk, jong meisje tot een zelfbewuste, intelligente vrouw die blijkt geeft van veel inzicht. Deze eigenschappen heeft ze hard nodig om zichzelf, haar vrienden en haar koninkrijk te redden. "De rebelse prins" is een levendige vertelling die de lezer vanaf het allereerste moment grijpt en niet meer loslaat tot de laatste bladzijde. De personages zijn met zo'n nauwkeurigheid en met zo'n sympathie beschreven dat ze in het hoofd van de lezer blijven hangen tot het laatste hoofdstuk is uitgelezen. Celine Kiernan (Ierland) is geboren en opgegroeid in Dublin. Ze werkt al jaren in de filmindustrie als maker van klassieke animaties. Haar eerste boek schreef ze op haar elfde en ze is sindsdien niet meer gestopt met schrijven. Ze heeft een zwakte voor graphic novels, omdat ze in die boeken storytelling en animaties kan combineren. Troon van gif is haar debuut als auteur. Deel twee uit de Moorehawke-trilogie verschijnt in november 2010 bij Marmer.