2 Ontwikkeling in context
Goede hulpverlening aan kinderen, jongeren en gezinnen start met een goed diagnostisch onderzoek volgens de principes van de empirische cyclus. Voor het werken met kinderen, jongeren en gezinnen zijn er verschillende kwaliteitsvolle diagnostische modellen beschreven, zoals bijvoorbeeld het handelingsgerichte diagnostische model van Pameijer en van Beukering of het model van de diagnostische cyclus zoals beschreven door de Bruyn, Ruijssenaars, Pameijer en van Aarle. Ons handboek vertrekt vanuit deze modellen om de clinicus concrete, state-of-the-art handvatten te bieden om het diagnostisch handelen inhoudelijk te sturen. In een reeks van vier boeken willen wij hulpverleners informeren over het diagnostisch proces en over recente inzichten in de (ontwikkeling van) psychopathologie die de diagnosticus nodig heeft om een kwaliteitsvol diagnostisch onderzoek uit te voeren. Dit handboek is dan ook relevant voor studenten én voor hulpverleners die een antwoord trachten te vinden op de hulpvragen van kinderen, jongeren en gezinnen. In dit tweede boekdeel wordt het universele noden model uit deel I inhoudelijk verder uitgewerkt aan de hand van inzichten uit de ontwikkelingspsychopathologie. Meer specifiek wordt in dit boekdeel aangetoond dat de problemen waar gezinnen hulp voor zoeken het resultaat zijn van een samenspel tussen factoren die te maken hebben met kenmerken van deindividuele cliënten (biologische factoren en temperament), kenmerken van de nabije omgeving (gezins- en schoolfactoren) en kenmerken van de ruimere omgeving (socio-economische en cultuurgebonden factoren). Ook worden in dit boekdeel diagnostische strategieën beschreven om deze kenmerken in kaart te brengen.
ISBN/EAN | 9789462920316 |
Auteur | Guy Bosmans |
Uitgever | Acco uitgeverij |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Paperback / gebrocheerd |
Pagina's | 176 |
Lengte | 245.0 mm |
Breedte | 172.0 mm |