1
schepen van de Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog
In 2009 begon Peter Kimenai als vrijwilliger met het schrijven van artikelen over maritieme onderwerpen voor de website Go2War2.nl, het online naslagwerk over de Tweede Wereldoorlog van STIWOT (Stichting Informatie Wereldoorlog Twee). Inmiddels zijn op de website door hem alle Nederlandse oorlogsschepen in toegankelijke taal beschreven. Een breed publiek wordt daarmee geïnformeerd over een belangrijk onderdeel van de Nederlandse (maritieme) geschiedenis.
Lees verder
Specificaties
ISBN/EAN | 9789086162314 |
Auteur | Peter Kimenai |
Uitgever | Amsterdam University Press |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Gebonden in harde band |
Pagina's | 240 |
Lengte | 286.0 mm |
Breedte | 226.0 mm |
Vlak voor de Tweede Wereldoorlog werden in Nederland een aantal kruisers, torpedobootjagers, onderzeeboten en kanonneerboten op stapel gezet om de te kleine oorlogsvloot uit te breiden. Er waren zelfs plannen voor de bouw van drie slagkruisers. Sinds de algemene mobilisatie, in augustus 1939, waren er zoveel dienstplichtige zeemiliciens opgeroepen dat zij een zeesoldaten bataljon konden vormen en waren de mariniers aangetreden in hun blauwzwarte jassen. De marinemannen in hun blauwe uniformen waren goed getraind en goed gemotiveerd. Tegenover al dat blauw, tegenover al de bouwplannen en blauwdrukken stond te weinig grijs varend materieel. Toen Duitsland op 10 mei 1940 Nederland binnenviel, één van de grootste koloniale mogendheden ter wereld, moest de Koninklijke Marine in Nederland het stellen met een verouderde kruiser, zes onderzeeboten, negen torpedoboten, een torpedobootjager, veertien kanonneerboten, zeven mijnenleggers, acht mijnenvegers, een antiek pantserschip als drijvende batterij en een tachtigtal vliegtuigen waarvan er misschien tien stuks enige oorlogswaarde hadden. De marine in Nederlands Oost-Indië moest het doen met drie lichte kruisers, een verouderd pantserschip, zeven torpedobootjagers, vijftien onderzeeboten en 34 vliegboten. De Nederlandse zeemacht werd in Nederlands West-Indië vertegenwoordigd door een artillerie-instructieschip en twee onderzeeboten. Dat dit weinige grijs volstrekt ontoereikend was, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog pijnlijk duidelijk. De Koninklijke Marine werd op alle fronten verpletterend verslagen. Door de veerkracht en moed van de marinemannen en met hulp van de bondgenoten, kon de Nederlandse zeemacht de strijd tegen de As-mogendheden echter toch voortzetten. Meer Blauw dan Grijs beschrijft alle Nederlandse oorlogsschepen waarover de Koninklijke Marine tijdens de Tweede Wereldoorlog kon beschikken. Ook de schepen die tijdens de oorlog aan de vloot toegevoegd werden door nieuwbouw, aankoop of op leenbasis. Deel 1 van Meer Blauw dan Grijs behandelt de kruisers, torpedobootjagers, kanonneerboten en de escortevaartuigen. In de volgende delen zullen de onderzeeboten, mijnenvegers en mijnenjagers, torpedoboten, pantserschepen, bewakings- en patrouillevaartuigen, gemilitariseerde schepen van de Gouvernements Marine, kleinere schepen en hulpschepen aan bod komen.